Panel 3: Rechtspraak
verslag: applied history verbreden: rechtspraak, waarheidsvinding, rekenschap
Het startpunt van het panel “Applied history verbreden: rechtspraak, waarheidsvinding, rekenschap” was de observatie dat applied history niet verengd moet worden tot het leveren van input voor beleidsadviezen. Wij kozen voor een andere aanvliegroute: bij applied history wordt er vanuit een bepaald maatschappelijk of politiek domein een beroep gedaan op de expertise van de professionele historicus. Vanuit dat perspectief wordt een breder palet aan vormen van applied history denkbaar. Denk aan rechtspraak – de historicus als ‘expert witness’ – of aan historici die hun expertise delen met overheden of instellingen die rekenschap over hun verleden willen afleggen en daarbij soms willen overgaan tot vormen van rechtsherstel, excuses, en/of herstelbetalingen.
Het beroep dat op historici wordt gedaan vanuit niet-academische domeinen roept wel vragen op over de risico’s en valkuilen van de ‘toepassing’ van historische kennis. In andere domeinen dient de (wetenschappelijk verantwoorde) historische kennis die door historici wordt aangedragen namelijk altijd een bepaald doel. Dat kan juridische oordeelsvorming zijn, maar bijvoorbeeld ook of er politiek handelen nodig is op basis van kennis over het verleden – denk aan het aanbieden van formele excuses aan slachtoffergroepen en hun nazaten.
Zo wees genocide-onderzoeker en voormalig analist van de openbaar aanklager van het Joegoslavië-tribunaal (ICTY) Iva Vukusic erop dat er bij juridische waarheidsvinding andere eisen aan bewijsmateriaal worden gesteld dan historici gewend zijn. Remco Raben, onder meer onderzoeker aangesloten bij het onderzoeksprogramma Onafhankelijkheid, dekolonisatie, geweld en oorlog in Indonesië, 1945-1950 (KITLV, NIMH, NIOD), stelde dat bij ‘onderzoek in opdracht’ de opgelegde kaders van de onderzoeksopdracht vaak op gespannen voet staan met het ideaal van open en onafhankelijk onderzoek. Hoeveel ruimte is er bijvoorbeeld voor voortschrijdend inzicht en het aanscherpen van onderzoeksvragen als de onderzoeksdoelstelling al vastligt?
Historische kennis wordt, met andere woorden, functioneel ingezet. Er wordt iets gevraagd van die kennis, er worden andere eisen gesteld aan kennis – andere eisen en criteria dan die van de academische wereld. Dat levert spanningen en fricties op.
Conflictonderzoeker Lauren Gould, die leiding geeft aan het project The Intimacies of Remote Warfare en publiceerde over de Nederlandse betrokkenheid bij het bombardement op de Iraakse stad Hawija (2015), vertelde over haar ervaringen met onder meer het Ministerie van Defensie en parlementaire onderzoekscommissies. Bij zulke politiek gevoelige onderwerpen, gaf Gould aan, weet je dat er fricties ontstaan. Die hoef je niet uit de weg te gaan en dat het soms botst is niet onwenselijk. Sterker, zij merkte dat in tegenstelling tot NGO’s en civil society-organisaties, wetenschappers vaak kritischer en onafhankelijker kunnen opereren.
Zodra historische kennis in een bepaald (niet-academisch) domein terecht komt, is er een grote kans dat deze kennis – en de onderzoeker – onderdeel worden van een politiek krachtenveld, wist ook Peter Malcontent te vertellen uit eigen ervaring. Malcontent, expert in de geschiedenis van het Nederlandse mensenrechtenbeleid en als onderzoeker en adviseur betrokken bij de directie Internationaal Onderzoek en Beleidsevaluatie (IOB), had meegemaakt dat een publicatie over de geschiedenis van Nederlandse ontwikkelingssamenwerking waaraan hij had meegewerkt inzet werd van een politieke afrekening binnen het betreffende ministerie.
Historici en conflictonderzoekers, zo blijkt, kunnen maar beperkte ‘controle’ uitoefenen op het gebruik – en misbruik – van de kennis die zij leveren. Hoe daarop te anticiperen is een belangrijk punt van aandacht in toekomstige discussies over applied historici.
Een aantal korte statements voor toekomstige discussies over applied history:
- Naast beleidsadvies gaat applied history over het functionele gebruik van historische kennis in het juridische en politieke domein, inclusief rechtsherstel- en erkenningsvraagstukken
- Toepassing in die domeinen betekent vaak: politisering en juridisering van die kennis
- In niet-academische domeinen worden andere eisen aan historische kennis gesteld dan in de academie
- De onderzoeksdoelstelling en opdracht van een organisatie of overheidsinstantie leidt onherroepelijk tot inkadering en insnoering, hoezeer de onafhankelijkheid van de onderzoeker ook wordt gewaarborgd.
- Historici op wiens expertise een beroep wordt gedaan vanuit niet-academische domeinen moeten op bovengenoemde punten (evt. in teamverband) anticiperen, en waar nodig en mogelijk ondersteund worden door de universiteit/faculteit/departement.
René Koekkoek, 01.11.22